Vorm
Het is niet moeilijk om het meervoud te maken zolang we de volgende regels leren:
–> bij de meeste substantieven komt de suffix –en: boek-boeken
–> bij woorden beëindigd op –aar, –er, -el, -en komt de suffix –s: sleutel – sleutels
–> bij woorden beëindigd op klinkers (a, i, o, u, y) komt de suffix ‘s: auto-auto’s
–> bij de woorden van buitenlandse herkomst komt de suffix –s: festival-festivals; film-films
–> bij woorden beëindigd op -e komt de suffix -s: boete-boetes
De verandering van f naar v en s naar z
–> f aan het einde na een klinker wordt een v: brief – brieven; duif – duiven
–> s aan het einde na een klinker wordt een z: kaas – kazen; huis – huizen
–> pas op: niet na de combinatie van 2 of meer medeklinkers (consonanten): kaars-kaarsen; plaats – plaatsen
Open/ gesloten syllabe
–> hier geldt weer de regel van een open syllabe : boom- bo|men, peer- pe|ren
–> en de regel van de dichte syllabeverdubbeling: fles- fles|sen
* ook hier bestaan de uitzonderingen, zie bij 'Uitzonderingen' hieronder
Uitzonderingen:
woorden met suffix -heid –> –heden
mogelijkheid – mogelijkheden; overheid – overheden
woorden met suffix –um –> -a
museum – musea; centrum – centra
een aantal personen die eindigen op us –> i
politicus – politici; musicus – musici
de volgende woorden krijgen het suffix –eren
ei – eieren; kind – kinderen; rund – runderen; lied – liederen
woorden op -ee of -ie (met klemtoon) –> + ën
zee – zeeën; knie – knieën; kopie – kopieën
andere: stad – steden; lid – leden; schip – schepen
Verandering van de klank bij meervoud door het suffix -en:
enkelvoud | meervoud | enkelvoud | meervoud |
bad | baden | lot | loten |
blad (tijdschrift) | bladen | oorlog | oorlogen |
dag | dagen | pad | paden |
dak | daken | schot | schoten |
elektron | elektronen | slot | sloten |
gat | gaten | vat | vaten |
gebed | gebeden | verdrag | verdragen |
gebrek | gebreken | verslag | verslagen |
glas | glazen | weg | wegen |
god | goden | ||
graf | graven |
Meestal enkelvoud:
Er zijn ook woorden die meestal alleen maar in het enkelvoud voorkomen zoals:
muntheden (euro, pond, kroon, dollar,..) bij prijzen: 13 euro; 13 euro’s betekent 13 muntstukken
maat en gewicht: 2 liter bier, 10 kilo aardappelen; 20 meter lang, …
tijd: 2 uur, 50 jaar, drie kwartier
!maar! 60 seconden, 12 minuten, 2 weken, 7 dagen, 9 maanden, 2 eeuwen
Samenvatting
Bij het meervoud is het belangrijk om te leren wanneer we -en, -s of -‘s gebruiken. Er zijn veel uitzonderingen die is goed om te onthouden maar die zullen jullie leren ook door het taalgebruik en door het lezen.
Het is ook handig om te onthouden dat bij maten en gewichten, muntheid en tijd gebruiken we het enkelvoud.