Bijzondere vormen

Bijzondere vormen

Met z’n vieren, driën, tweeën, …

Vorm:

met + bezittelijk voornaamwoord + hoofdtelwoord + -en 

We zijn met ons zessen.

Zij zijn met hun zevenen.

! Bij jullie gebruiken we alleen het voornaamwoord z’n/ zijn: Jullie zijn alleen met z’n/ zijn achten?

–> Het voornaamwoord z’n/ zijn kan ook bij de andere gevallen gebruikt worden:

We gaan met z’n/ zijn vijven naar de bioscoop.

Zij spelen het spel met z’n/ zijn zessen.

–> Dezelfde geldt ook voor de neutrale telwoorden:

Met z’n hoevelen komen jullie? We komen met z’n allen.

–> De uitspraak moet blijven dezelfde, daarom worden bepaalde vormen van de telwoorden aangepast:

met z’n zessen

met z’n vijven

met z’n tweeën

Gebruik:

Als jullie willen uitdrukken dat iemand is/ iets doet met een aantal mensen:

We werken met z’n driën aan het project.

Met z’n hoevelen zijn jullie? We zijn met z’n vijven.

–> Nummer één is een uitzondering: in je eentje/ in mijn eentje/ in zijn eentje/ in haar eentje:

‘Je reist in je eentje?’
‘Ja, ik reis in mijn eentje.’

–> In de spreektaal gebruikt man ook de volgende vormen: met z’n tweetjes, drietjes,…

In zessen/ elven …

Vorm:

in + hoofdtelwoord + -en

Gebruik:
Als jullie willen uitdrukken dat iets in meer stukken/ delen is:

Ik zal de pizza in tienen snijden. = in tien stukken

Breuken: 

Vorm:
Breuken bestaan uit een hoofdtelwoord en een rangtelwoord:

hoofdtelwoord + rangtelwoord (altijd in het enkelvoud)

¼ een vierde; een kwart

½ een half

¾ drie vierde; drie kwart

1 ½ anderhalf/ anderhalve

* met de-woorden anderhalve, met het-woorden anderhalf

–> Ze kunnen zelfstandig staan:

Je hoeft niet de hele milk gebruiken voor deze taart. Twee derde is goed.

–> Als een breukgetal subject is van de zin, dan staat het werkwoord in het enkelvoud.

–> Ze kunnen verbonden zijn aan een substantief:

Mag ik anderhalve kilo appels alstublieft?

–> Jullie kunnen de breuken uitdrukken ook in de procenten:  een kwart =  25% (vijfentwintig procent van …)

Samenvatting

Het is vooral aan het wennen aan de bijzondere vormen zoals anderhalf (en niet een en half) of met z’n vieren