De comparatief en superlatief

Gebruik

Comparatief en superlatief gebruiken we als we vergelijken. Hiermee kunnen we uitdrukken dat iets/ iemand ‘meer’ of ‘minder’ is dan iets/ iemand anders of de rest.

Vorm

De vorm van de comparatief en de superlatief is dezelfde voor adjectieven als voor adverbia:

U moet een beetje langer wachten.
langer = adverbium
Mijn haar is langer dan vroeger.
langer = adjectief

DE COMPARATIEF

Vorm

adjectief/ adverbium + er

mooi –> mooier
Ik vind deze sjaal mooier dan die hiernaast.

–> Is de adjectief/ adverbium te lang? Dan gebruiken we de volgende vorm:

meer + adjectief/ adverbium

We moeten meer systematisch werken.

Open en gesloten syllabe

Ja, ook hier moeten we rekening houden met de openheid van de syllabe die dezelfde moet blijven:

hoog –> ho|ger
snel –> sneller

De verandering van f naar v en van s naar z

En ook hier verandert f naar v en s naar z als ze zich tussen twee vocalen bevinden. De reden hierachter is de uitspraak die meer tot z en v inclineert.

negatief –> negatieve
roos –> roze

Bijzondere spelling

Als een adjectief/ adverbium beëindigt op r, wordt er d toegevoegd wegens een makkelijkere uitspraak:

duur—> duurder

Toevoeging van e (alleen adjectieven):

Het (adjectief) comparatief gedraagt zich gewoon als een adjectief. Dat wil zeggen dat als het voor een meervoud, de-woord of bepaalde het-woord staat, wordt er altijd -e toegevoegd:

Ik pak de vroegere trein.

Gebruik 2:

Met de preposities/ voegwoorden:

–> dan

De comparatief wordt vaak gebruikt met de prepositie dan.

Je bent er sneller op de fiets dan met de auto.

Jasmine is langer dan ik.

–> even … als / net zo … als

Dit voegwoord wordt gebruikt als twee mensen/ dingen/ dieren/ verschijnsels dezelfde zijn. Hier

wordt de basisvorm van de adjectief/ adverbium gebruikt:

Maria is even oud als Jan. 

Deze oefening is net zo lastig als de vorige.

–> hoe … , hoe …

Hoe kouder het wordt, hoe meer kleren we moeten aandoen.
Hoe langer ik hier woon, hoe beter ik de taal spreek. 

–> hoe …, des te …

Hoe kouder het wordt, des te meer kleren we moeten aandoen.
Hoe langer ik hier woon, des te beter ik de taal spreek. 

! Pas op de volgorde: zowel de eerste zin als de tweede zijn bijzinnen–> het verbum is aan het einde

–> naarmate

Naarmate je meer verdient, betaal je ook meer belastingen.
Jaap werd rustiger naarmate hij ouder werd.
Naarmate de dagen verstrijken, voelt hij zich beter. 

DE SUPERLATIEF

Vorm

het/de + adjectief/adverbium+st(e)

mooi –> mooier –> de/het mooist(e)
Dat is de mooiste jurk ooit!

– de superlatief komt vóór het substantief: de/het + -ste: Dat is het beste restaurant in Rotterdam.

de superlatief komt na het substantief: het + -st(e): Andrea is gewoon het mooist(e).

– -> beide suffixen –st en -ste zijn hier mogelijk ongeacht het artikel van het substantief

 de superlatief komt met de prepositie van:

Jan is de slimste van ons allemaal.

Onregelmatige vormen:

goedbeterhet best(e)
veelmeermeest
weinigminderhet minst(e)
graag + lieflieverhet liefst(e)