Gebruik van te

Gebruik

Te is een klein woord maar het helpt vele zinnen makkelijker en korter te maken. Het heeft ook een ander betekenis wanneer gebruikt met een adjectief. Dus klein maar onmisbaar in de Nederlandse taal.

Wanneer gebruiken we te?

Constructie om te + infinitief

met deze constructie geven we een doel aan:

Ik eet veel fruit en groente om gezond te blijven.
doel: gezond blijven

Jan moet de laatste train nemen om op tijd thuis te komen.
doel: op tijd thuiskomen

De woning is te duur om hem te kunnen betalen.

–> te staat hier altijd voor het infinitief

–> dat geldt ook als er twee of meer infinitieven zijn (kunnen betalen bijvoorbeeld)

–> als het infinitief een scheidbaar werkwoord is, staat te tussen het prefix en het basiswerkwoord (thuiskomen–> thuis te komen)

Verba met te

Groep 1:

durven, hoeven, staan, zitten, liggen, lopen, hangen

Pas op: Er is verschil in gebruik van te in de verschillende tijden:

Presens + imperfectum:
Ik durf niet hem aan te spreken.

Je hoefde niet te koken.

Perfectum en plusquqmperfectum:
–> zonder te!

–> hebben + dubbele infinitief (geen participium dus)

Ik heb niet hem durven aanspreken.

Je heb niet hoeven koken.

*Het verbum hoeven gebruiken we altijd met een negatie

Groep 2:

beginnen, beloven, besluiten, beweren, dreigen, proberen, hopen, weigeren, vergeten

Te blijft in alle tijden:

Presens + imperfectum:

Ik probeer op tijd te komen.

Hij weigerde het bedrag te betalen.

Perfectum en plusquamperfectum

–> te blijft!

–> hebben/ zijn + participium

–> te blijft staan voor het laatste verbum

Ik heb geprobeerd op tijd te komen.
Hij heeft geweigerd het bedrag
te betalen.

Na een adjectief dat indirect iets zegt over het infinitief

Zij vindt het vervelend om zo lang te wachten. (lang zegt iets over wachten)

Het is belangrijk om te oefenen. (belangrijk zegt iets over oefenen)

Na de combinatie te +adjectief + om + te + infinitief

Dit is een makkelijke constructie waarmee we uitleggen waarom we iets niet kunnen/ gaan doen. 

De tekst is te moeilijk om te lezen.

Ik ben te moe om mee te gaan.

Terwijl met de constructie adjectief + te infinitief geven we meer informatie over het subject aan:

De tekst is moeilijk te lezen.

= het is een moeilijke ingewikkelde tekst maar het is wel mogelijk om het te lezen

Na de combinatie genoeg + adjectief/ substantief + om + te + infinitief

Als we het eerste woord te door genoeg verplaatsen dan geven we aan waarom we juist iets kunnen/ gaan doen, waarom iets zo is. 

We hebben tijd genoeg om te gaan lunchen. 

Het interview is lang genoeg om alle vragen te stellen. 

Na de woorden om, zonder, door, in plaats van, na, teneinde, voor en alvorens

Doe iets in plaats van te huilen.

Je haalt het examen door hard te studeren. 

Te + adjectief

– het gebruik van te in combinatie met een adjectief versterkt de betekenis van het adjectief:

te groot = veel veel groot