Onbepaald telwoord

Gebruik

Onbepaalde telwoorden geven een niet-gespecificeerd aantal aan.

Veel/ weinig

Vorm

basis comparatief superlatief
veel meer het meest
weinig minder het minst

Ik reis veel.
Jan reist nog meer.
Iva reist het meest.

Ik weet weinig over deze stad.
Jan weet nog minder over deze stad.
Iva weet het minst over deze stad.

–> gebruik bij de substantieven

– -> veel/ weinig

– deze telwoorden krijgen -e als:

–> we een nadruk op het aantal willen zetten: Ik heb vele uren gewacht.

veel is hier ook correct, maar met vele benadrukken we dat het echt over een lange tijd ging; veel komt hier meer neutraal over

vele/ weinige wordt ook vaker gebruikt in geschreven taal

–> we ze zelfstandig gebruiken, maar ze blijven verbonden met een substantief; ze kunnen nog steeds aangevuld worden met het substantief:

We hebben een groot aantal aanvragen ontvangen. Vele waren goedgekeurd.
vele = aanvragen –>
Vele (aanvragen) waren goedgekeurd.

We hebben een enquête aan onze klanten gestuurd. Weinige hebben hem ingevuld.
weinige = klanten –>
Weinige (klanten) hebben hem ingevuld.

–> als er een bepaald lidwoord, bezittelijk of aanwijzend voornaamwoord voorkomt:

De weinige brieven zij heeft van hem zeggen niet veel over zijn situatie.

Hun vele ruzies zijn om geld.

–> Bij dieren en zaken als ze zelfstandig staan:

Ze worden ook online verkocht. Vele zijn echter heel duur.

– er wordt -n toegevoegd als ze zelfstandig staan en alleen als het om personen gaat:

Op mijn werk velen praten heel goed Engels. (zelfstandig)
Ik heb vele collega’s die heel goed Engels praten. (niet zelfstandig)
Ik heb internationale collega’s. Vele praten heel goed Engels. ( ‘vele’ is hier verbonden met ‘internationale collega’s’)

de constructie vele/ weinige van kan gemaakt worden met of zonder -n als het over personen gaat: Vele(n) van mijn collega’s spreken heel goed Engels.

–  maar alleen zonder -n als het over dieren/ zaken gaat:
Vele van deze maaltijden zijn vegetarisch.

Het meest/ minst

Hier moeten we twee gevallen onderscheiden:

–> ze worden verbonden met een verbum-> altijd met het; -e mag maar hoeft niet gebruikt worden (wordt gebruikt vooral in gesproken taal):

De sneeuw heeft het meest(e) problemen veroorzaakt in Duitsland. (Hoeveel heeft de sneeuw veroorzaakt? Het meest(e). Meer dan de regen of de wind.)

–> ze worden verbonden met een substantief-> altijd met de en met -e aan het einde:

De sneeuw heeft de meeste problemen veroorzaakt in Duitsland. (Hoeveel problemen? De meeste problemen.)

Misschien nog een paar voorbeelden:) :

Dit restaurant gebruikt het meest lokale producten. ( Hoeveel gebruikt het restaurant? Het meest. Meer dan andere restaurants.)

Dit restaurant gebruikt de meeste lokale producten. (Hoeveel lokale producten? De meeste. Bijna alle lokale producten worden gebruikt door dit restaurant.)

! meeste(n) kan ook een andere betekenis hebben->

Meeste/ meesten

= het grotere gedeelte van mensen/ zaken/ dieren (= most of)

Vorm
meeste/ meesten
Meeste wordt gebruikt:

–> als het gevolgd wordt door een substantief:
In meeste landen van EU kun je met euro betalen.

–> als het verbonden is met een substantief van de vorige zin:
Ik spreek Engels met mijn collega’s omdat meesten zijn niet nederlandstalig (= meeste collega’s.)

–> altijd bij zaken/ dieren:
Meeste van mijn planten moeten veel water krijgen.

De vorm meesten wordt gebruikt alleen bij personen als het woord zelfstandig staat:
Meesten van mijn collega’s zijn niet nederlandstalig.

Beide/ beiden
= alle twee

Vorm

beide x beiden
Beide wordt gebruikt als

–> het gevolgd wordt door een substantief: Beide acteurs zijn zeer goed.

–> altijd bij zaken en dieren: Ik heb twee flessen wijn gekocht. Beide zijn heel lekker.

Beiden wordt gebruikt bij personen als het woord zelfstandig staat:

Ik heb twee goede vrienden Adam en Peter. Beiden wonen in Delft.

Mijn vrienden, beiden Amerikanen, spreken heel goed Nederlands.

Beide/ beiden kan ook in de middel van de zin gebruikt worden:

Adam en Peter, ze wonen beiden in Delft.

De wijnen zijn beide heel goed.

–> in combinatie persoon + zaak/ dier kan beide of beiden gebruikt worden:

Jan en zijn hond zijn beide(n) in het park.

Allebei
= alle twee

Gebruik
Allebei wordt gebruikt:

–> predicatief- als we willen benadrukken dat we beide dingen/personen/dieren bedoelen:
Alex en Denisa, ze zijn allebei ziek.
allebei kan ook aan het begin van de zin staan: Allebei zijn ze ziek.
allebei kan nooit zelfstandig staan: Allebei zijn ziek. Fout
Maar met beiden kan het wel: Beiden zijn ziek. Correct

–> allebei de: gebruik op dezelfde manier als beide:
Allebei de desserts zijn heerlijk. = Beide desserts zijn heerlijk.
-in plaats van de kunnen we ook een bezittelijk voornaamwoord gebruiken: Allebei hun desserts zijn heerlijk.

Alle/ allen
= iedereen/ alles

Vorm
alle x allen
Alle wordt gebruikt als:

–> het gevolgd wordt door een substantief: Alle collega’s gaan naar het bedrijfsuitje.

–> altijd bij zaken en dieren:
Ik gooi de appels weg. Alle zijn verrotten.
Deze appels zijn alle verrotten.

Allen wordt gebruikt bij personen als het woord zelfstandig staat:
We gaan al naar huis; Wij moeten allen morgen vroeg opstaan.
Ik heb het allen al verteld.

Gebruik van alle en allen in de zelfstandige constructies is heel formeel; vaker wordt er allemaal gebruikt.

Allemaal
= iedereen/ alles

Gebruik
Het is verbonden aan een voornaam. Het staat meestal in het middel van de zin:

Voorbeelden:
Het is laat. We gaan allemaal naar huis.

‘Waar zijn de chips?’
‘Ik heb ze allemaal opgegeten.’

Enige/ enigen
= een klein aantal

Vorm

enige x enigen
Enige wordt gebruikt als het gevolgd wordt door een substantief:
De film was echt niet goed. Enige bezoekers zijn zelfs eerder weggegaan.

Enigen wordt gebruik bij personen als het woord zelfstandig staat:
Mijn vrienden zijn al naar huis gegaan. Enigen van hen moeten morgen vroeg opstaan.

Enige bestaat ook als adjectief en betekent: als er geen tweede is:
Lota’s enige broer is verhuisd naar Frankrijk.
(zij heeft geen andere broer)

Enkele/ enkelen
= klein aantal; dezelfde betekenis als enige; vooral in de geschreven taal

Vorm

enkele x enkelen
Enkele wordt gebruikt als het gevolgd wordt door een substantief:
De film was echt niet goed. Enkele bezoekers zijn zelfs eerder weggegaan.

–> enkelen wordt gebruik bij personen als het woord zelfstandig staat:
Mijn vrienden zijn al naar huis gegaan. Enkelen van hen moeten morgen vroeg opstaan.

Sommige/ sommigen
= een gedeelte van een groep dingen, mensen of dieren

Gebruik

Als jullie sommige(n) willen gebruiken, moeten jullie de zin eventueel kunnen aanvullen met andere(n):
Sommige luchtmaatschappijen bieden u een gratis maaltijd (andere luchtmaatschappijen doen het niet).

Vorm

sommige x sommigen
Sommige wordt gebruikt als het gevolgd wordt door een substantief:
Sommige studenten zijn geslaagd in de examen (andere studenten zijn gezakt).

Sommigen wordt gebruikt bij personen als het woord zelfstandig staat:
De studenten vonden de examen heel moeilijk. Sommigen zijn er toch in geslaagd (anderen niet).

Verscheidene(n)/ verschillende(n)
– synoniemen
= een aantal mensen/ dingen/ dieren; men wil benadrukken dat het over diverse personen/ dingen/ dieren gaat
Ik heb met verscheidene (verschillende) mensen gesproken en niemand gelooft dat de staking doorgaat.

Vorm

verscheidene/ verschillende x verscheidenen/ verschillenden
Verscheidene (verschillende) wordt gebruikt als het gevolgd wordt door een substantief:
We gaan naar New York. Verscheidene/ Verschillende collega’s hebben gezegd dat het een geweldige stad is.
Verscheidenen (verschillenden)
wordt gebruikt bij personen als het woord zelfstandig staat:
Ik wil graag naar New York. Verscheidenen/ Verschillenden van u zijn al in New York geweest en kunnen mij dan misschien wat tips geven.

Meeste/ meesten
= het grotere gedeelte van mensen/ dingen/ dieren

Vorm

meeste x meesten
Meeste wordt gebruikt als het gevolgd wordt door een substantief:
In meeste Europese landen kun je met euro betalen.
Meesten
wordt gebruikt bij personen als het woord zelfstandig staat:
Ik spreek Engels met mijn collega’s. Meesten zijn niet nederlandstalig.

Genoeg
= een voldoende aantal mensen/ dingen/ dieren; wat er nodig is
Ik heb genoeg geld om een nieuwe auto te kunnen kopen. = Ik kan een nieuwe auto kopen omdat ik geld hebt dat nodig is daarvoor.

Genoeg kan voor of na het substantief staan: genoeg geld of geld genoeg

Zat
= heel veel

Gebruik

–> zat wordt gebruikt in informeel Nederlands
–> zat staat meestal na het substantief: Hebben we aardappels thuis? Er zijn aardappels zat.
–> let op: zat kan niet in de negatieve zin staan: Er zijn geen aardappels zat.
Joana heeft schoenen zat. Zij gaat er een paar verkopen op Ebay.

Wat
= een onbepaald, klein aantal

Gebruik

Wat wordt gebruikt in combinatie met een ontelbaar substantief of meervoud:
We kunnen pannenkoeken maken – ik heb nog wat eieren. (eieren= meervoud)
We kunnen pannenkoeken maken- ik heb nog wat melk. (melk= ontelbaar substantief)

Een paar
= een onbepaald, klein aantal
Het zal geen grote feest zijn. Ik heb alleen een paar vrienden uitgenodigd.

Samenvatting

Onbepaalde telwoorden zijn woorden die we gebruiken bijna in alle gesprekken. Meestal kunnen we geen grote fouten maken met ze maar we moeten wel opletten op de kleine nuances die wel een verschil kunnen maken in de betekenis of een grammaticale fout veroorzaken.
Pas op dan bijvoorbeeld op het gebruik van de meeste (de minste) en het meest (het minst) of toevoeging van -e aan het einde.

*Meeste van deze onbepaalde telwoorden kunnen ook als onbepaalde pronomen worden beschouwd (zie ook Onbepaalde pronomen)