Vorm
hadden/ waren + perfectum |
Gebruik
–> Aanduiden de chronologie van gebeurtenissen in het verleden
– met plusquamperfectum duiden we aan dat een activiteit in het verleden is gebeurd voor een andere activiteit in het verleden
– het plusquamperfectum helpt ons te begrijpen welke activiteit gebeurde eerst
– het plusquamperfectum wordt vaak gebruikt met de adverbia nadat en voordat :
Nadat ik hem had gesproken, heeft hij Simon zijn excuses aangeboden.
eerste activiteit: ik heb hem gesproken
tweede activiteit: hij heeft Simon zijn excuses aangeboden
–> Fantaseren over een andere verleden
– we gebruiken het plusquamperfectum in dit geval als we fantaseren over iets in het verleden wat niet is gebeurd
Als ik hem gesproken had, had hij de sollicitatie gestuurd.
–> ik heb hem niet gesproken en hij heeft de sollicitatie niet gestuurd
– in deze gevallen wordt het plusquamperfectum ook vaak gebruikt met modale verba; de vorm is als volgt:
hadden/ waren + modale verbum (infinitief) + infinitief |
We hadden kunnen winnen. … maar we hebben niet gewonnen
Je had de sollicitatie moeten sturen. … maar je hebt haar niet gestuurd
Samenvatting
Plusquamperfectum kan handig zijn als we willen uitdrukken dat een activiteit als eerste is gebeurd in het verleden.
Handig is om de vorm met modale verba te leren.