Reizen

de reis journey
de zakenreis business trip
→ Ik ben/ ga op (zaken)reis. → I’m on business trip/ I’m travelling.
→ Ik ben op/ met vakantie. → I’m on holiday.
→ Ik ben in het buitenland. → I’m abroad.
het uitstapje trip/ excursion
→ uitstapje maken in de omgeving van Amsterdam → make a trip around Amsterdam
→uitstapje maken naar Haarlem → make a trip to Haarlem
weekendje weg weekend trip/ getaway
Waar ga je naartoe? – Ik ga naar… Where are you going to? – I’m going to…
de bestemming destination
de eindbestemming final destination
→ Wat is uw (eind)bestemming? → What is your (final) destination?
→ Is Amsterdam uw eindbestemming? → Is Amsterdam your final destination?
de reisverzekering travel insurence
doorlopende reisverzekering annual travel insurence
kortlopende reisverzekering short-term travel insurence
→Heb je al reisverzekering afgesloten? → Have you made a travel insurence?
→ Ben je verzekerd tegen diefstal, verlies of beschadiging? → Are you insured against theft, loss or damage?
bagage; [baˈxaʒə] baggage
de koffer suitcase
de rugzak backpack
de tas bag
→ handbagage → hand baggage
→ de ruimbagage/ ingecheckte bagage → checked baggage
→ maximaal gewicht voor de bagage → maximum baggage weight
→ Hoeveel weegt uw bagage? → How heavy is your baggage?
→ Hoe groot is uw bagage? → How big is your baggage?
→ Hoeveel bagages mag ik meenemen? → How many pieces of lugagge can I have?
→ Hebt u vloeistoffen mee? → Do you have any liquids ?
verboden not allowed
in/uitpakken pack/ unpack
→ koffer in/uitpakken (un)pack suitcase
reisdocumenten travel documents
het paspoort passport
de identiteitskaart ID
→ Tot wanneer is uw paspoort/ ID geldig? → Until when is your passport/ ID valid?
verlopen expired
→Mijn paspoort/ ID is verlopen. →My passport/ ID is expired.
→Mijn paspoort verloopt volgende maand. → My passport/ ID expires next month.
iets aanvragen apply for something
→ Ik moet een nieuwe paspoort/ID/ visa aanvragen. → I need to apply for a new passport/ ID/ visa.
het visum visa
een visum voor kort verblijf short-term visa
een visum lang verblijf long-term visa
geld wisselen, omrekenen exchange money
→ ponden naar euro’s omrekenen → convert pounds to euros
→ Hoeveel is de Zweedse kroon? →   How much is the Swedish crown?
de wisselkoers exchange rate
op de luchthaven/ het vliegveld at the airport
inchecken to check-in
de incheckbalie check-in desk
de instapkaart boarding pass
→ instapkaart uitprinten/ downloaden → to print/ download boarding pass
instappen boarding
de douane the customs
de paspoortcontrole passport control
de gate gate
het transport transport
met de auto/ de bus/ de trein/ het vliegtuig gaan to go by car/ train/ plane
het (trein)station train station
de tram-/bus-/metrohalte tram/ bus stop
vertrekken/ aankomen to arrive/ to depart
het vertrek/ de aankomst departure/ arrival
→ Hoe laat kom je aan? → What time do you arrive?
→ Hoe laat vertrek je? → What time do you leave?
in-/ uitstappen to get in/ get off
vertraging delay
→ Onze train heeft 10 minuten vertraging. → Our train has 10 minutes delay.
de file traffic jam
→ We staan in de file. → We are stuck in a traffic.
de autoverhuur car rental
auto huren to rent a car
de accommodatie accommodation
het hotel hotel
de hostel hostel
het appartement apartment
→ een/tweekamerappartement → one/two bedroom apartment
het vakantiehuis vholiday home
de camping cmpsite
de tent tent
de kamer room
→ een-/tweepersoonskamer → single/ double, twin room
het bed bed
→ een-/ tweepersoonsbed → single/ double bed
het beddengoed bed linen
de handdoek towel
in-/ uitchecken to check-in/ out
→ vroegere check-in → early check-in
→ latere check-out → late check-out
aankomsttijd arrival time
overnachten stay overnight
boeken/ bestellen to book/ order
van tevoren betalen to pay in advance
een aanbetaling doen to pay a deposit
bijboeken to add
→ Ik heb nog een kamer bijgeboekt. I’ve added one room.
omboeken to amend / to rebook
→ U kunt uw reis omboeken tot 2 weken voor het vertrek. → You can amend your journey up to 2 weeks before departure.
wijzigen to change
→ Ik wil graag de datum wijzigen. → I’d like to change the date
annuleren to cancel
de reservering reservation
de rekening bill
de factuur invoice
het vliegticket/ het treinkaartje/ het buskaartje flight/train/bus ticket
dagkaart daily ticket
enkele reis/ retour one way/ return
→ Ik wil graag een kaartje naar Antwerpen. → I’d like to buy a ticket to Antwerp.
→ Ik wil graag een retourtje naar Utrecht. → I’d like to buy a return ticket to Utrecht.
heenreis/ terugreis way there/ way back
→ Hoe laat komt de trein aan in Utrecht? → What time does the train arrive in Utrecht?
→ Hoe lang duurt het naar Antwerpen? → How long does it take to Antwerp?
de grens border
→ de grens overkomen → to cross the border
→ op de grens van Frankrijk en Spanje → on the border of France and Spain
→ het natuurgebied langs de Deense grens →the nature reserve along the Danish border
→ Aken, het stadje gelegen over de grens. →Aachen, the town situated close to the border.
→ aan de grens van Noorwegen/ aan de Noorse grens on the border of Norway / on the Norwegian border
de grensovergang border crossing